Leukemie: voor, tijdens en na de behandelingen

Patiënt, naasten en de stamceldonor aan het woord
14 maart 2011

Spookdokter

Twee handige vrienden zitten in de auto, op weg naar Groningen. Ze zitten lekker te keuvelen, als ze zich een hoedje schrikken van de RDS die plotseling het verkeersnieuws luid de auto in slingert. “Op de A7, Heerenveen richting Groningen komt u een spookrijder tegemoet. Haal niet in, blijf rechts rijden en probeer de spookrijder met lichtsignalen te waarschuwen”. Zegt de ene vriend tegen de ander: “Eén spookrijder? Het zijn er wel honderd!”.

Hoe kom je op een verkeerde weghelft? Daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben. Waar je wel voor studeren moet is het worden van KNO arts. Vandaag hebben deze studiebollen het vak KNO voor altijd verprutst bij Carolien.

Foutje …
Ze heeft al tijden last van een bloedneus. Vannacht ook weer, maar deze keer bleken de trombo’s (die voor de stolling van het bloed zorgen) toch echt ruim genoeg. Het kon niet anders of er is een klein adertje overgevoelig geworden en wil niet meer dicht. Daar weet men wat op en hij heet de KNO arts, die zo’n ader fijn kan dichtschroeien.

Al direct liepen er rillingen over Caroliens rug. Die KNO arts weer – daar heeft ze flink wat mee te stellen. Maar goed, hij zal toch geen derde keer aan het dwalen slaan? Bovendien is dit een ingreep van niks. Toen ze om 10 over 2 vandmiddag werd opgehaald om 10 minuutjes later geholpen te worden, zette ze dan ook vol moed haar mondkap voor de plaagneus.

Hoe hij het voor elkaar heeft gekregen: Carolien heeft bijna 2 uur zitten wachten. Toen ze uiteindelijk werd geholpen, had de arts haast. Hij blikte in Carolien haar rechterneusgat, commandeerde zijn assistent de zilvernitraat te leveren en schroeide ermee. “Klaar!”. “Moet mijn andere neusgat dan niet? Die is het juist die steeds bloedt!”, wierp Carolien tegen. De arts had haar bedremmeld aangestaard; toch zie je wel vaker mensen met twee neusgaten.

Maar het kon niet meer. Kennelijk moet de neus zich eerst herstellen van deze ingreep. Op zijn vroegst kan ze vrijdag weer geholpen worden. Woest werd ze! En terecht natuurlijk: in zijn haast had hij niets onderzocht en wist Carolien veel – die dacht dat allebei de neusgaten behandeld zouden worden. Volgens haarzelf kwam de stoom uit haar oren tot lang nadat ze weer terug was gebracht op de afdeling. De afdelingsarts kon zich er ook over opwinden, want zo is ze niet geholpen.

Fronsjes
Haar vertrek ’s middags had haar middagslaap onderbroken en twee uren wachten als je geen krachten hebt is een zware aanslag. Vanavond had Carolien weinig energie over, maar als die KNO arts in haar verbeelding opdoemde kon ze nog vervaarlijk zwaaien met haar vuist. Boven haar ogen krijgt ze dan twee fronsjes – twee van die heerlijke fronsjes. Terwijl Carolien de afwezige arts een volgende reprimande gaf, onderdrukte ik mijn neiging om met een glimlach van die fronsjes te genieten.

Morgen T-Day besluit
Morgen vergadert de hele hematologiestaf teneinde een besluit te nemen over de situatie van Carolien. Zal men T-Day handhaven op 23 maart, of wordt die datum aangepast? De bloedwaarden van Carolien lijken een ietsiepietsie te stijgen; vandaag weer 0.1 leuco’s erbij. Maar ze voelt zich allesbehalve sterk en het eten valt nog steeds erg zwaar.

Wat zal het goede besluit zijn? Wij kunnen het zelf niet zeggen. Carolien neigt ernaar om het uitgesteld te krijgen – en dan toch nog even thuis te komen. Maar als het beter is gelijk door te gaan, zal ze zich daar ook op richten. Wat is beter? Zoiets vragen wij aan onze God, die weet wat het beste is. We vragen Hem of Hij in het kringetje van de vergaderende artsen wil gaan zitten en hen met Zijn wijsheid vult. Dan komt het goed. Vragen jullie hetzelfde voor Carolien?

1 Response

  1. Jack en Annet Vink

    zuchttt om gek van te worden! de KNO-arts dacht zeker.. makkie dit doe ik ff tussendoor met ‘2 vingers in de neus’..;-)

    Sterkte hoor Carolien houd goede moed!