Leukemie: voor, tijdens en na de behandelingen

Patiënt, naasten en de stamceldonor aan het woord
Joshas debuut
03 juli 2011

Debuut van een dropneus

Joshas debuutIk ben Josha en dit is mijn debuut op het weblog van mijn echte baas: Carolien. Het is niet mijn debuut in schrijversland. Dikwijls heb ik meegeholpen de vakantiedagboeken leesbaar en vooral eerlijk te maken. Kijk maar naar de dagboeken van 2003 en 2004. Inbreken op hun verhalen valt niet altijd mee met die bazen van mij, al kun je best met ze lachen en geven ze overal koekies voor. Ik vond dat ik de pen nu toch eens ter poot moet nemen, zodat jullie ook eens van mijn hoogte naar het vrouwtje kunnen opkijken.

Het is wel even wennen. Het liefst zou ik een verhaal over koekies schrijven, maar dat mocht niet op de weblog. Vroeger schreef mijn zus dan over de dingen die gebeurd waren – zij wist onze gevoelens altijd heel treffend te verwoorden en dan vulde ik het wel aan met belangwekkende informatie over de maaltijden. Nu moet ik het dus over allebei hebben. Maar eerst zal ik even opnoemen wat ik graag lust: dat is een vleessie, een stokkie, cake, [ … ] (van de redactie: hier moest even ingegrepen worden).

Echte baas, halve baas
Ik heb twee bazen: een echte en een halve, die soms ook doet alsof ‘ie echt is. Die echte is ‘mijn vrouwtje’ en de halve noem ik ‘de baard’, omdat zij mij hun dropneus noemen. Ze lijken verder erg op elkaar. Niet dat ik het moeilijk vind te weten wie wie is, maar regelmatig vraagt een hond in het park of het familie van elkaar is. Nee, ik ben maar met één meegegaan, die ander zat er al bij. Ik was bijna één jaar oud toen dat gebeurde, zegt mijn vrouwtje vaak. Sindsdien ben ik dikker en grijzer geworden.

Hobbies
Mijn hobbies zijn eten, slapen, eten, achter een kat aan, eten en gekriebeld worden. Ik kan ook zingen voor het eten en blaffen als er iemand op bezoek komt. Dan kan ik het hardst van allemaal en gaat iedereen naar me zwaaien en ssst roepen. Ik kan 70 woorden onthouden, zoals eten, koekie, lekker, plassen, poesje, uit, Carolien en nog een paar. Ssst pastte er niet meer bij; als je niet zoveel woorden kunt onthouden moet je wel een beetje selectief zijn, nietwaar? Vroeger rende ik graag samen met zijn zus achter alles aan wat zich om die reden maar uit de poten maakte, maar sinds mijn zus het niet meer doet ben ik me wat meer naar mijn leeftijd gaan gedragen.

Vreemde tijd
Inmiddels is het anderhalve zak eten geleden, mijn vrouwtje had net een rare plant met lichtjes in de kamer gezet, toen de baard en zij ineens vreemd gingen doen. De volgende dag vertrokken ze al vroeg, met een tas en na een lange dag in de hal kwam alleen de baard terug. Ik snapte helemaal niets van hem en waar bleef zij? Dat heeft me veel te lang geduurd: elke keer als de baard kwam zat ik te wachten op het vrouwtje. Soms zei die baard weleens “waar is Carolien – in het ziekenhuis hè”. Geen idee wat hij bedoelde.

Ik begon al te denken dat ze het net als mijn zus niet meer deed, toen ze ineens weer uit de auto stapte. Tenminste, ze klonk wel als haar – ze leek half op haar maar ze rook helemaal niet naar haar. Pas de volgende ochtend was ik overtuigd en heb ik haar een half uur toe staan spreken: “hoe kan je dit nou doen, wil je het voortaan laten, blijf je nu gewoon”? Natuurlijk mag het vrouwtje best even weg, maar niet langer dan één portie eten alsjeblieft. Want die baard doet alles anders: hij kamt mijn haar gek, poetst mijn tanden brrr, fietst niet met me en is er bijna nooit.

Na die eerste keer gebeurde het nog eens, heel lang bleef vrouwtje weg. Toen nog een paar keer, elke keer wat korter. Nu is het bijna gek dat ze alweer een poos gewoon elke ochtend voor mijn neus staat. Ik geniet er dubbel van en wrijf me lekker tegen haar aan: “kriebel me dan” … maar dát doet ze bijna nooit meer. En als ze het toch doet, loopt ze daarna direct naar de kraan en komen haar handen stinkend terug.

Hulpouders
Gelukkig zijn er nieuwe mensen in de roedel bijgekomen, die speciaal komen om mij te laten eten en plassen als het vrouwtje en de baard de deur uit zijn. Ze lijken wel een beetje op de halve baas, maar zijn een tikkie ouder. Je kan met hun ook best wel lachen en van hem kan ik makkelijk koekies bietsen. Als hij alleen komt ga ik plassen. Als hij en zij samen komen, krijg ik eten. Dan moet ik ook plassen van hem, maar ze zeggen dat ik een beetje doof aan worden ben. Ik vind ze wel gezellig, ze mogen mijn buik aaien, maar ze halen het voor mij niet bij het vrouwtje.

Hond op leeftijd
Ik word trouwens een dagje ouder. Het is nog een hele klus, zo’n stukkie op de website. Als jullie nou even wat langzamer gaan lezen, kan ik het wat rustiger aandoen met schrijven. Ik ben al elf-en-een-half jaar, volgens het vrouwtje. Eens kijken, dat is 11,5 * 365 * 0,3 * 2 = 2770 kilo eten. Het meeste daarvan ligt in het park of eigenlijk: in de prullenbak. Het neerleggen van een verwerkt product is een serieuze zaak; ik zoek mijn legplaats met zorg uit, het kost veel gesnuffel en ik sta er een poosje bolletje voor te staan. Als het dan eindelijk goed gepositioneerd ligt, komen die bazen, stoppen mijn product in een zakje en weg is het – geen hond die er nog op afkomt. Verder zet ik graag vlaggen – die laten ze wel liggen, hou ik niet van wilde honden en dwaal ik weleens af als ik een verhaal aan het schrijven ben.

Lantarenpalen
Ook al kan ik niet zo goed in rekenen, ik weet dat het vrouwtje vandaag 14 lantarenpalen heeft gered. Dat zei de baard. Ik dacht dat die palen er altijd al stonden, waarom ze gered moesten worden is me niet helemaal duidelijk. Eigenlijk kan het me niet zoveel schelen. Ik ben wel blij voor die palen en vooral voor mijn vrouwtje die me steeds naar ze toeneemt. Morgen gaat ze een extra paal redden zegt ze. Als ik maar mee mag. Het is hardstikke leuk om met haar mee te lopen. Zeg nou zelf: wie wil dat nou niet?

Noom en Jos 249
250 251

4 Responses

  1. sjoerd numan

    leuk bedacht zo’n verhaal uit het oogpunt van josha
    mooi om te lezen
    groeten sjoerd kamer 86

  2. Esther Kempenaar

    Hoi Josha,
    Wat leuk dat we Nu ook eens jouw kant van het verhaal horen. Het is allemaal maar vreemd. Maar gelukkig is je vrouwtje er steeds meer. Je schreef dat het vrouwtje 14 lantaarnpalen heeft gered. Nou, ik heb van de week toevallig het aantal lantaarnpalen van jouw naar mijn huis geteld. Het zijn er twaalf en we hebben gras in de achtertuin met daarin twee hele grappige konijntjes. Oh nee, sinds afgelopen woensdag zijn het er vier. Maar die twee nieuwe zijn nog zooooo klein, die kun je nog haast niet meetellen. Maar goed, wat ik wou zeggen. Als jouw vrouwtje er zin in heeft en het lijkt jou ook wat mag je best eens even bij ons in de tuin plassen hoor. Je moet dan vanuit jouw huis linksaf de straat uit en dan aan het einde van de straat weer links. Dan al weer heel snel rechts. Dan moeten jullie wel een heel stukje rechtdoor dan door de bocht en dan ben je bij ons huis. Hmmmm, ik zit net te denken dat het dan natuurlijk ook weer twaalf terug zijn. Nou ja, als jullie zover zijn dan zijn jullie van harte welkom! Heel veel groetjes,
    Esther

  3. Agnes Visser

    Goed gedaan hoor Josha.
    Succes met het mee helpen “redden” van lantaarnpalen.