Leukemie: voor, tijdens en na de behandelingen

Patiënt, naasten en de stamceldonor aan het woord
08 maart 2011

Bloedneus

Op twitter zagen jullie het al: laat gisterenavond kreeg Carolien een bloedneus, die niet meer wilde stoppen. De verpleegkundige werd erbij gehaald en gaf proppen – een soort tampons voor haar neus. Op die proppen zitten dan ook medicijnen. Ze moet die een minuut of 20 inhouden, waarin ze hopen dat het bloeden stopt.

Een bloeding die niet meer stopt is één van de angstbeelden voor leukemie patiënten, zeker wanneer dit thuis gebeurt. Het betekent dat de bloeddelen die voor stolling zorgen – de bloedplaatjes, of op zijn Hematlogisch: de trombo’s -te laag in aantal zijn. In het ziekenhuis geven ze dan via transfusie nieuwe bloedplaatjes. Maar bij Carolien was in eerste instantie geen sprake van een transfusie: ’s morgens waren haar waarden nog ver boven het door het UMCG ingestelde minimum.

Na de eerste proppenbehandeling bleek dit nog onvoldoende. Een tweede ronde met meer medicijn ging erin. Ook dat leverde niets op. Uiteindelijk heeft Carolien veel meer van dat soort behandelingen ondergaan, is de arts erbij gehaald en heeft men de bloedplaatjes opnieuw gemeten: die bleken enorm teruggevallen te zijn en dus heeft Carolien alsnog een transfusie gekregen.

Pas om 4 uur vannacht kon ze gaan slapen, maar wel met nog een prop in haar neus die tot vanmorgen moest blijven zitten. Vanmorgen SMSte ze dat ze erg moe is en hoofdpijn heeft. Ze zal overdag haar slaap in moeten halen, temeer daar morgen ook geen prettige dag wordt. Overdag slapen op de afdeling is zoiets als het brengen van een serenade naast het inslaan van een heipaal en hopen dat men je op je zangkunsten direct een platencontract aanbiedt.

Toch hopen we maar dat het lukt; bid maar voor haar. Carolien heeft wel vaker bewezen ons te kunnen verrassen. Vanmorgen nog stuurde ze me een afsluitende SMS: “denk je aan je veters, snor en baard :)”. Oei, die veters was ik nog vergeten.